dinsdag 2 oktober 2007

Ghurka’s komen Nederlandse missie in Uruzgan versterken

De ISAF-militairen uit Nederland in Uruzgan krijgen hulp van Ghurka’s die dienen in het Britse leger. Ghurka’s zijn oorspronkelijk strijders uit Nepal. Ze staan bekend om hun onverschrokkenheid en moed.

De Ghurka’s in Zuid-Afghanistan maken deel uit van een tactische reserve van de NAVO. De Britse eenheid wordt waarschijnlijk ingezet bij een NAVO-offensief in onder meer de Baluchi-valei.

De Ghurka’s moeten de Nederlanders helpen in de strijd tegen de Taliban in de provincie Uruzgan. Het leger verwacht een offensief van de rebellen voordat het winter wordt. Tijdens de strenge winter in Afghanistan zou het vechten moeilijk zijn.

De kwartiermakers van de Royal Gurkha Rifles zijn inmiddels gearriveerd in Kamp Holland. Volgens De Volkskrant zijn ze bikkelhard en gewend aan dichtbegroeid terrein en ijle lucht. Ze hebben kennis van de islam en kunnen zelfstandig communiceren met de bevolking.

Om op een mogelijk offensief vooruit te lopen stuurde de Nederlandse regering vorige week 80 extra Nederlandse soldaten naar de Afghanistan.

Achtergrond
In Afghanistan hebben de Ghurka’s al zware slag geleverd met de Taliban. In de provincie Helmand vochten ze bijvoorbeeld vorig jaar drie weken lang, dag in dag uit, zonder dat ze werden afgelost.

Op een bepaald moment moesten ze handgranaten gebruiken om de taliban op afstand te houden, en volgens een Britse militair zijn die alleen effectief op een afstand van dertig meter.

In de Volkskrant van dinsdag wordt een aantal achtergronden van de Ghurka’s op zeer treffende wijze getypeerd.

“Zij zijn in het Britse leger de specialisten in jungle-oorlogsvoering. Bekend om hun gekromde mes, de Kukri, dat – eenmaal getrokken – bloed moet proeven. De mythische reputatie van de Gurkha’s is grotendeels gebaseerd op hun incasseringsvermogen.”

Zo vocht tijdens de Slag bij Loos in de Eerste Wereldoorlog een heel Gurkha-regiment tot de laatste man en tijdens de rampzalige landing bij Gallipoli (1915) bereikten alleen “de kleine gurken” het aanvalsdoel.

Tijdens de Slag om Monte Cassino (1944) hielden de Nepalezen zestien dagen stand, waarna nog 177 van de 1.000 Gurkha’s in leven bleken.

Hun junglekennis verkregen de Gurkha’s in MaleisiĆ«. De 12 jaar lange strijd tegen communistische opstandelingen daar in de jaren vijftig wordt door veel officieren gezien als voorbeeld voor de missie in Uruzgan.

Als onderdeel van de Britse oilspot-strategy trokken Gurkha’s diep de jungle in en verbleven ze langdurig in dorpjes.

Borneo, Birma, de Falklands en de val van Bagdad tijdens de Tweede Golfoorlog: de Gurkha’s waren erbij. Het regiment heeft geen wervingsproblemen: na vijftien jaar dienst ontvangt een Gurkha een Brits paspoort.

De Ghurka’s zijn in de geschiedenis vaker in Afghanistan ingezet. De Britse East-India Company besloot in 1816 de taaie tegenstanders uit het Annapurna-gebergte een plaats in de rangen aan te bieden.

Daarnaast vochten de Gurkha’s al in de tweede Anglo-Afghaanse oorlog (1878) en de derde (1919). Maar het is in die tijd de Britten nooit gelukt om Afghanistan in hun macht te krijgen.

De Gurkha’s bezitten dus een legendarische reputatie en worden door Britse officieren geprezen als ideale militairen voor de missie in Afghanistan.

Zuid
De Ghurka’s kunnen in al de zuidelijke provincies worden ingezet. Ze maken deel uit van het Regional Command Zuid van de ISAF, waaronder de provincies Nimroz, Helmand, Uruzgan, Daikondi, Kandahar en Zabul vallen.

In het zuiden van Afghanistan is volgens verslaggevers de opstand van de Taliban zeer hevig. De troepen van de ISAF worden dag in dag aan aangevallen, met mortieren, machinegeweren, bermbommen, hinderlagen en zelfmoordaanvallen.

Waarnemers zeggen dat de Taliban voor de winter proberen nog terrein te veroveren. Het Afghaanse leger, gesteund door de NATO-ISAF en de coalitie willen de Taliban voor de winter terrein afnemen.